Bourges - Bénévent-l'Abbaye. We gaan door!
Geplaatst: 14 jun 2020, 09:56
De volgende ochtend stonden de wandelaars vroeg op, ze wisten dat er nog veel kilometers voor hen lagen. De volgende etappe gaat, met een aantal stops, naar Bénévent-l'Abbaye, een klein plaatsje, in de elfde eeuw gesticht rond een klooster. Ze verheugden zich op het passeren van leuke stadjes en dorpjes en de rijke Franse natuur.
Met zijn allen zaten ze aan het ontbijt. Met zijn allen? Nee, Nemo merkte op dat er slechts 17 stoelen bezet waren. Wie misten er? Niet Djamila en Jorn. Die waren de dag ervoor even van de route afgeweken, maar hadden het hotel wel weten te vinden. Ze zaten nu te genieten van het uitgebreide ontbijt. Een korte inventarisatie leerde dat Mark, en Mariska ontbraken. “Oooh, Mark weer,” zei Nynke, “die verslaapt zich werkelijk iedere dag. Ik zal hem even gaan halen.” “Dan kijk ik wel even bij Mariska,” bood Wessel aan.
Wessel was als eerste terug. Mariska volgde op een afstand. Ze zat helemaal onder de pukkels en de bulten. “Ze is zwaar ziek”, zei Wessel, “maar ze kan wel lopen”. Lola was resoluut: we weten niet wat voor ziekte het is, en het kan zwaar besmettelijk zijn. Jij blijft de hele dag op minimaal 30 meter afstand van ons allemaal. Mariska knikte. Iemand wierp haar een ontbijtpakket toe, zodat ze niet op een lege maag hoefde te lopen.
Daarna kwam Nynke terug de ontbijtzaal in. Lijkbleek. “Mark is … d. d. dood!” stamelde ze. “Wat?”, riep Lola, “laat me gaan kijken”. Lola ging naar Mark’s kamer. Daar lag hij op bed, of beter, wat er nog van hem over was. De lakens waren doordrenkt met bloed en grote stukken vlees waren uit zijn lichaam gescheurd. Lola overwon haar afschuw en inspecteerde het lijk. Ze ging terug naar de groep.
“Geen twijfel mogelijk!”. Mark is door weerwolven aangevallen. Dat betekent dat die onder ons zijn. Een golf van angst ging door de groep. Waren ze daarvoor deze tocht gaan maken? De wolven reizen gewoon mee! “Ik denk dat hier dan onze tocht eindigt”, zei Bert. “Geen sprake van”, sprak Lola resoluut “we laten ons niet kennen. We lopen door, en onderweg zullen we de wolven ontmaskeren en doden”.
Na enig gemompel ging de groep akkoord en pakte de spullen. Lola en Bert doorzochten de rugzak van Mark, op zoek naar enige aanwijzing die hun verder kon helpen. Ze vonden niets, Mark was een gewone burger.
Met bezwaard gemoed zette de groep zich in beweging met Mariska op veilige afstand erachter. “In elk geval hoeven we hem niet meer te dragen”, probeerde Edy als grap. Dat viel niet goed. Ondanks zijn geklaag over moeie benen was Mark erg geliefd. De eerste kilometers werden zwijgend afgelegd. Daarna ontspon de discussie zich: “Wie zijn de wolven onder ons?”
Met zijn allen zaten ze aan het ontbijt. Met zijn allen? Nee, Nemo merkte op dat er slechts 17 stoelen bezet waren. Wie misten er? Niet Djamila en Jorn. Die waren de dag ervoor even van de route afgeweken, maar hadden het hotel wel weten te vinden. Ze zaten nu te genieten van het uitgebreide ontbijt. Een korte inventarisatie leerde dat Mark, en Mariska ontbraken. “Oooh, Mark weer,” zei Nynke, “die verslaapt zich werkelijk iedere dag. Ik zal hem even gaan halen.” “Dan kijk ik wel even bij Mariska,” bood Wessel aan.
Wessel was als eerste terug. Mariska volgde op een afstand. Ze zat helemaal onder de pukkels en de bulten. “Ze is zwaar ziek”, zei Wessel, “maar ze kan wel lopen”. Lola was resoluut: we weten niet wat voor ziekte het is, en het kan zwaar besmettelijk zijn. Jij blijft de hele dag op minimaal 30 meter afstand van ons allemaal. Mariska knikte. Iemand wierp haar een ontbijtpakket toe, zodat ze niet op een lege maag hoefde te lopen.
Daarna kwam Nynke terug de ontbijtzaal in. Lijkbleek. “Mark is … d. d. dood!” stamelde ze. “Wat?”, riep Lola, “laat me gaan kijken”. Lola ging naar Mark’s kamer. Daar lag hij op bed, of beter, wat er nog van hem over was. De lakens waren doordrenkt met bloed en grote stukken vlees waren uit zijn lichaam gescheurd. Lola overwon haar afschuw en inspecteerde het lijk. Ze ging terug naar de groep.
“Geen twijfel mogelijk!”. Mark is door weerwolven aangevallen. Dat betekent dat die onder ons zijn. Een golf van angst ging door de groep. Waren ze daarvoor deze tocht gaan maken? De wolven reizen gewoon mee! “Ik denk dat hier dan onze tocht eindigt”, zei Bert. “Geen sprake van”, sprak Lola resoluut “we laten ons niet kennen. We lopen door, en onderweg zullen we de wolven ontmaskeren en doden”.
Na enig gemompel ging de groep akkoord en pakte de spullen. Lola en Bert doorzochten de rugzak van Mark, op zoek naar enige aanwijzing die hun verder kon helpen. Ze vonden niets, Mark was een gewone burger.
Met bezwaard gemoed zette de groep zich in beweging met Mariska op veilige afstand erachter. “In elk geval hoeven we hem niet meer te dragen”, probeerde Edy als grap. Dat viel niet goed. Ondanks zijn geklaag over moeie benen was Mark erg geliefd. De eerste kilometers werden zwijgend afgelegd. Daarna ontspon de discussie zich: “Wie zijn de wolven onder ons?”